Tripy, de passie van een hele gemeenschap

Teken aan ons bulletin in
Voornaam:

Naam:
Email:
Taal:
Newsletter
Technical updates
HTML Txt





Road book: Piepkenduik met de taalgrens 94 Km Code 288

(2 Comments)


Deze uitstap situeert zich op de grenzen van Vlaams en Waals Brabant, Vlaanderen en Wallonië. We volgen de taalgrens, maken kennis met teloorgang van de zware industrie, doorkruisen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en genieten van het Zoniënwoud. De tocht eindigt ”echt Belgisch” in de brouwerij van Hoegaarden

De acute opstoot van allesoverheersende eindejaarsdrukte die hier in de aanloop naar de kerstperiode iedereen in z’n greep houdt heeft er voor gezorgd dat we dit keer vroeger dan gewoonlijk over de kaart gebogen zitten. Geen gemakkelijke opgave, zo’n januari-route, want hoewel het vandaag nog lekker herfstweertje is kan het op het ogenblik dat u deze letters leest al flink koud zijn. Het is voor ons dus zaak ervoor te zorgen dat de aanrijroute niet te lang is en een vertrekpunt te zoeken dat als een soort ‘grootste gemene deler’ doenbaar is voor zowel de meeste Vlaamse lezers als voor de meeste Franstalige lezers van ons zusterblad Moto & Loisirs. En net zoals in de politiek elk Belgisch compromis zich rond Brussel concentreert, komen ook wij als vanzelf rond Brussel terecht voor een spelletje ‘piepkenduik met de taalgrens’ in de beide Brabantse provincies. Tiens, is er in Brussel in januari geen motorsalon?

Goeiendag en bonjour
Aan deze en andere mijmeringen waag ik mij in “ Le Chat Moine”, gebogen over een kop warme chocomelk en de landkaart. Enkele tafels verderop zitten twee gepensioneerde koppels die in een geanimeerd gesprek verwikkeld zijn over het werk van de kinderen en de school van de kleinkinderen. En zoals elk van hen van het ene onderwerp op het andere overschakelt, zo schakelen ze ook van de ene taal op de andere over en spreekt iedereen de taal die hem het best past. Het is grappig en tegelijk interessant om horen hoe in één en hetzelfde gesprek hier onaangekondigd en grillig van de taal van Voltaire naar die van Vondel gesprongen wordt onder het sympathieke motto ‘ieder z’n taal’. Een voorbeeld van ‘amitié entre les peuples’ waar elke culturele Sovjetattaché groen van jaloezie zou van uitslaan als u het ons vraagt, en dat aantoont hoe makkelijk de mensen hier in de dagelijkse praktijk omgaan met de taalgrens, die eigenlijk als een rode draad door deze toerroute loopt. Het Pierre Delannoy plein te Edingen — want dat is waar ik mij bevind — is een goed vertrekpunt voor een winterse toerrit. De apsis van de Sint-Nicolaskerk aan de linkerhand, de ingang van het gemeentehuis aan de rechterhand. Als u er de tijd voor heeft zult u beslist de stad niet verlaten zonder een bezoek te brengen aan het schitterende park. Volgens de Edingenaren zelf zou het één van de mooiste parken van Europa zijn, maar om ons nu aan een vergelijkende studie te wagen teneinde na te gaan of dat allemaal wel klopt, dat gaat ons net iets te ver. Als u daarover met ons van mening zou verschillen, weet dan wel dat het park in deze tijd van het jaar alleen open is tijdens het weekend en op feestdagen en dat de ingang niet geheel gratis is. Dat kan ook niet als je ziet in welke vlekkeloze staat van onderhoud het park verkeert en over welk een oppervlakte het gaat, en bijgevolg hoeveel werk eraan moet in vergelijking met ons eigen tuintje. Jongens toch, begin daar eens aan. O ja, en mis vooral het Chinees paviljoen en het zevensterrenpaviljoen niet.

Welkom en Bienvenue
We zijn Enghien/Edingen nog maar net uit of we rijden Vlaanderen al binnen — “ De provincie Vlaams Brabant heet u welkom” — via de gemeente Herne, waar we met een flinke stoot gas voorbij rijden. We slaan rechtsaf naar Kokejane, en laten de residentiële wijken achter ons voor een vijftiental kilometer rijplezier in open veld. Ter Linden, Heikruis en Den Daal passeren de revue, het zijn van die kleine vergeten dorpjes die plompverloren middenin de velden liggen, waar de laatste hopen suikerbieten liggen te wachten om in de suikerfabriek vermalen te worden. De weg is smal en vettig, en hier en daar zelfs modderig, maar dat geeft niet want haast, spoed en snelheid zijn op een toerrit toch uit de boze. En zoals gewoonlijk in deze weersomstandigheden heb ik zoals de meeste motorrijders meteen last van een vervelende druipneus. En mijn vizier dus ook, nadat ik enkele keren kort na elkaar het road book heb moeten bekijken. In ons land rij je nooit verder dan een halve boogscheut weg van de beschaving, dat blijkt ook nu weer. We kruisen de N7 en de N8 en laten ons vervolgens afzakken naar Tubize en Clabecq: “La Province du Brabant Wallon vous souhaite la Bienvenue”. Deze twee kleine tweelingdorpjes staan mijlenver af van het stereotype beeld dat men doorgaans heeft van Waals Brabant als een rijk en weelderig reservaat voor de betere bourgeoisie. De kleine werkmanshuisjes, de ‘ijzeren weg’, het kanaal en de restanten van de Forges de Clabecq zijn de troosteloze getuigen van de teloorgang van een roemrucht stuk geschiedenis van vakbond en industrie. Vervolgens gaat het weer Vlaanderen in en brengt de route ons via Lembeek, Essenbeek en Dworp op de heuvel van Alsemberg.

Brussel/Bruxelles
En die rijden we even later weer af richting Sint-Genesius-Rode, overigens de enige faciliteitengemeente op onze route, om vervolgens eventjes de N5 te nemen en onze wielen te laten wennen aan het derde ‘grondgebied’ van deze toer: die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Al snel gaat het rechtsaf, zodat we een tiental kilometer lang kunnen genieten van het Zoniënwoud — richting La Hulpe — voordat we de stad binnenrijden. Het eerste deel van de weg, voor de Oostelijke Ring, is in feite een erg uitnodigend stuk weg maar helaas ook smal, vergeven van de verkeersremmers en voorzien van een doorlopende witte lijn. Het wordt al snel duidelijk dat het hier weinig zin heeft om te gaan bumperkleven en haasje-over te willen spelen met de voorliggers op vier wielen, en dat we beter enkele tientallen meters bufferruimte inlassen en genieten van het zicht op de bossen rond Brussel. ’t Zijn namelijk de laatste. Eens voorbij de ring zitten we al snel terug in Wallonië. Voor de dorpskern van La Hulpe ligt rechts trouwens het domein van onze wereldberoemde industrieel Solvay. Het domein werd aan de Staat gelegateerd, en u kan er altijd een wandeling gaan maken. Wij sturen echter verder richting Overijse — zonder tot in Overijse te rijden — en kruisen nogmaals zo’n vermaledijde autosnelweg ( hier de E 411) in Maleizen om even verder rechtsaf een klein veldweggetje in te slaan richting Terlanen. Het is hier dat onze route opnieuw een landelijk accent krijgt, en dat zal u zich niet beklagen als u voordien net als wij het genoegen heeft mogen smaken enige tijd achter één of andere rijke dame in een even nieuwe als monsterlijk grote terreinwagen te mogen rijden, op weg naar haar shopping- en fitnessnamiddagje met de vriendinnen en nergens de 30 km/u overschrijdend. Hoe zou het toch komen dat vooral in de Brusselse ‘suburbs’ de schok der beschavingen zo enerverend kan werken op de medeweggebruikers?

Koetjesbus
Kortom, we zijn blij dat we weer wat meer ‘ademruimte’ krijgen en die vinden we aan Vlaamse zijde rond Sint Agatha Rode en Sint Joris Weert en aan Waalse zijde bij het kruisen van Nethen en Hamme-Mille. Na Hamme-Mille, gelegen op de N 25 tussen Leuven en Namen, treffen we vooral landelijke dorpen met veel minder moderne verkavelingen aan en meer open veld vol hopen suikerbieten. Tourinnes-la-Grosse is er een goed voorbeeld van, evenals Beauvechain en hier moet u even opletten voor een klein curiosum op deze route en dat is het dorpje l’Ecluse of in het Vlaams Sluizen . U rijdt er vlak op de taalgrens. Rechts rijdt u in de Rue de Gaet en bent u in Waals Brabant, links rijdt u in de Gaatstraat in Vlaams Brabant. Een beetje zoals in het Smurfenverhaal waar het dorp is verdeeld tussen smurfen die van ‘smurfentrekker’ spreken en de smurfen die het over een ‘kurkensmurfer’ hebben. En laat het nu net hier zijn dat onze lieftallige redactiesmurfin Claudine woont, in nummer 32 met de koetjesbrievenbus. En het koetje lust leuke postkaartjes voor op de redactie, ha ja!

Gerstenat
Als u deze goede daad tot een goed einde heeft gebracht resten u slechts luttele kilometers meer tot in Hoegaarden, het eindpunt van deze wintertoer. U wordt er in het Kauterhof beslist even hartelijk ontvangen als wij, en veeleer dan de gebruikelijke kleine snacks vind je er enkele grote klassiekers van onze keuken zoals waterzooi en wiltloofgratin. Het is de taverne van de brouwerij van Hoegaarden, En dus hoort hier een (ééntje maar) witte van Hoegaarden bij. Mis vooral een bezoek aan de ‘brasserie’ niet, je kan er kennis maken met de opeenvolgende stappen van het bier brouwen. Geleide bezoeken kan je elke dag volgen tussen 10.30 uur en 18.30 uur tegen de ronde som van € 3,80, per persoon. Het is de best denkbare afsluiter van deze tocht langs de taalgrens, want als er iets is wat Vlamingen, Walen en Brusselaars gemeen hebben dan is het wel hun voorliefde voor een frisse pot gerstenat.
   
Piepkenduik met de taalgrens - Download papier versie Piepkenduik met de taalgrens - Road book downloaden
 
Comments - Piepkenduik met de taalgrens

C Biesmans  - 22/03/2006
Kort road book: leuk voor tussendoor. Maar in de week wel druk met auto's. Wij hebben hem op vrijdag gereden (17-03-2006)

Gil  - 19/10/2005
Joli petit road book qui permet un comparatif vite fait "Bière de Silly" et "Blanche de Hoegarden"... On les a étudiées à votre santé!




Naam Rating
Comment

Attention: No link, URL or email adress allowed.

 

» Doorzenden





 

NEW: Oostenrijk-Tour Dag 10

NEW: Oostenrijk-Tour Dag 9

NEW: Oostenrijk-Tour Dag 8

Tripy RoadTracer Pro WEB Initiation



     
Tripy uses Tele Atlas maps. Click to visit. Tripy SA - N°Ent. : BE 0873.678.307 | Copyrights ©2010 | Neem contact met ons op Media*A web agency